Oproep
Niet meer van toepassing
Nieuws
In de kijker: Ana Naskidashvili
Ana, die nu aandacht krijgt met een uitgebreide reportage in De Standaard Magazine, zal de steun van Fonds Strandschelp nooit vergeten. "Ik ben zo dankbaar voor de kansen die Fonds Strandschelp mij geboden heeft. Ik heb zoveel te danken aan hen. Zij hebben mij de handvatten gegeven die mijn eigen weg vorm hebben gegeven."
Lees hieronder de volledige reportage over Ana.
Copyright tekst en foto's: Ringo Gomez-Jorge
Morevi en het uitstervende ambacht van wandtapijten vilten:
āIk wil er maken waarin je kunt verdwijnenā
Onder de naam Morevi vilten Ana Naskidashvili en Frederik Poisquet
wandtapijten zoals de bergbewoners in GeorgiĆ« dat generaties lang hebben gedaan. Met lokale wol, en een grenzeloos geduld. āAls museumsuppoost vond ik het vroeger ook al fijn om gewoon uren te zitten en na te denken.ā
In een klein atelier in Deurne tekent de zon vanuit een dakraam een vierhoek af op enkele hopen wol in het midden van de ruimte. Ze zijn klaar om gevilt te worden.
Sinds anderhalf jaar maken Ana Naskidashvili en Frederik Poisquet hier met de hand indrukwekkende wandtapijten, die begin april nog op de designbeurs in Milaan te zien waren.
āIk hield me hiervoor voornamelijk bezig met muziek en film, en Ana is nog steeds grafisch ontwerperā, legt Frederik uit.
āOmdat ons werk zo geĆ«nt was op de digitale wereld, voelden we de behoefte om een ruwer materiaal door onze vingers te laten glijdenā, vult Ana aan.
āAl snel kwamen we uit bij textiel. Het is een materiaal dat al sinds mensenheugenis bestaat, een diepe band heeft met de landbouw en vaak een grote betekenis binnen gemeenschappen heeft verworven.ā
Het ambacht van grootmoeder
Dat de twee zich toeleggen op wandtapijten, heeft te maken met de grootmoeder van Ana. āIk ben afkomstig uit GeorgiĆ«. Het dorp waar mijn grootmoeder opgroeide, Khevsureti, ligt in de regio Tusheti, in het noordoosten van het land. De streek is gekend om haar steile bergen van de Kaukasus en is in het land hĆ©t centrum van de gevilte wandtapijten. Vroeger was gevilte wol een belangrijk materiaal in GeorgiĆ«, zoals in andere bergachtige gebieden. Er werden jassen van gemaakt die de herders droegen, en die ze ook als tent konden gebruiken om zich te beschermen tegen regen en ongedierte. De wol werd verder ook gebruikt voor wandtapijten die de muren isoleerden tegen de koude. Ze hingen voornamelijk in de woonkamer, de plaats waar er geleefd werd. Families en gemeenschappen maakten samen hun eigen tapijt. Helaas is het nu een uitstervend ambacht.ā
Ana leerde het ambacht niet in het dorp van haar grootmoeder. Zo romantisch is het verhaal niet. Wel begon ze de tapijten te appreciƫren door de verhalen die ze als kind hoorde in de hoofdstad Tbilisi, waar haar grootmoeder toen al woonde.
āEn ās zomers trokken we ook de bergen van Tusheti in. Op mijn zeventiende ben ik mijn moeder gevolgd toen die naar BelgiĆ« verhuisde. Daar voelde ik gaandeweg een gemis en begon ik mijn eigen cultuur te onderzoeken. Zo kwam ik bij de tapijten van mijn grootmoeder uit. Na haar dood verlangde ik er nog meer naar om haar ambacht te leren.ā
Niet alleen de familiegeschiedenis trok Frederik en Ana aan, ook de eenvoud. Wol is een oermateriaal en vilten is de oudste en eenvoudigste manier om dat te verwerken. Bij het vilten wordt er immers geen garen gesponnen of geweven. De wol wordt enkel aangedrukt.
āHet is een eenvoudig en weinig technisch ambachtā, zegt Frederik.
āEerst hebben we geprobeerd om te weven, maar dat lag ons niet. Vilten is zo puur als maar zijn kan.ā
Het proces is eenvoudig.āWe kopen lokale gewassen wolā, zegt Ana. āDe lichte wol halen we bij Ngaire Takano, een vrouw met Australische roots die vanuit Mechelen wol distribueert. Onze wol bijvoorbeeld komt uit Lier. De donkere soort kopen we in Nederland.
Eerst spoelen we het overtollige vet eruit. Vervolgens kaarden we de wol handmatig met een kaardmolen ( o m d e h ar e n van d e w o l i n Ć© Ć© n r i c h t i n g t e s t r i j k e n , r e d .) . Op de vloer hebben we een eenvoudig houten kader gemaakt met een lap katoen eronder: daarop brengen we de lappen wol in drie lagen aan. We maken die nat met warm water en wat bruine zeep, en persen alle lucht eruit. Dan begint het rollen, op en af, alsof je pastadeeg bereidt. Door die beweging treedt het vilten in werking: de haartjes van de wol haken zich in elkaar vast.ā
De stille suppoost
Het vilten bestaat uit eenvoudige bewegingen die je eindeloos herhaalt. āIk houd ervan om hier te komen en urenlang dezelfde handeling te herhalenā, zegt Frederik.
āIk heb nog als museumsuppoost gewerkt en vond het toen ook fijn om gewoon uren te zitten en na te denken, terwijl dat voor sommigen een marteling zou zijn.ā
De liefde voor herhaling zit ook in het ontwerp vervat. āHet is de reden waarom we graag met patronen werkenā, legt Frederik uit.
āIk ben gefascineerd door de Koreaanse dans ae k h wa-kunststroming van de jaren zeventig. Die kunstenaars maakten abstracte werken, vaak monochroom en met een eenvoudig patroon, maar gingen tegelijk terug naar de mens en de natuur. Hun sobere werken zijn het resultaat van repetitieve handelingen.ā
De patronen bedenken ze intuĆÆtief. Frederik: āNeem het tapijt dat aan de muur hangt als voorbeeld. Ik dacht: laten we streepjes maken. Spontaan hebben we op sommige plaatsen de strepen weggelaten. Het patroon was eerst te regelmatig. Nu zit er een zekere compositie in.ā
Ana: āDe patronen bedenken we wanneer het tapijt al gevilt is. De tekening vilt ik erop met een naald. Vervolgens vilten we het tapijt nog een keer zodat de tekening echt in het tapijt versmelt. De strepen lijken verfstreken.ā
Zonlicht in een bos
De werken, die ze verkopen onder de naam Morevi, zijn sober, maar ook zwaar en donker. Dat is zeker het geval bij de blauwe tapijten die Ana en Frederik zelf met natuurlijk indigo kleuren: een arbeidsintensieve en stinkende klus. Ana zit dan op een laag, zelf gemaakt houten bankje en dompelt wol in emmers met de diepblauwe kleurstof.
āIndigo heeft een waanzinnige diepteā, zegt Ana. āDe eerste keer kon ik gewoonweg niet geloven dat de natuur zoān intense kleur kon voorbrengen.ā
Die diepte ā misschien een beter woord dan donkerte ā vind je ook terug in de elektronische muziek die Frederik maakt.
āTegenwoordig maak ik vooral ambient: muziek zonder opbouw, die als parfum in de ruimte hangt, muziek waar je ook passief naar kunt luisteren. Een zekere geladenheid spreekt me wel aan. Die zit vervat in al mijn werk. Om die reden wil ik ook grote wandtapijten maken: oppervlakten waarin je kunt verdwijnen. Als student al probeerde ik mediakunst te maken met een zekere donkerte. Daarmee bedoel ik niets negatiefs. Vergelijk het met een donker bos waarin het zonlicht binnensijpelt. Dat contrast fascineert mij.ā
. . .